Droogbloemen door de eeuwen heen
Het gebruiken en verwerken van levende bloemen en planten is zeer oud. De oude cultuurvolken, vier-à vijfduizend jaar geleden, legden tuinen aan en gebruikten bloemen onder andere bij de dodencultus. Of ze al bloemen droogden is niet bekend, maar we mogen dit wel aannemen. Vermoedelijk zullen bijvoorbeeld de Grieken zeker iets in die richting gedaan hebben.
In het midden van de vorige eeuw werden fijne, gedroogde doosjes, bloempjes en grasjes gebruikt voor het bewerken van doosjes, portretlijstjesen sieraden.
Deze kleine boeketjes waren het begin. Enkele jaren daarna werden de zogenaamde Makart-boeketten gelanceerd door de Oostenrijkse schilder Hans Makart (1840-1884). Het waren stijve, onnatuurlijke droogbloemboeketen, bestemd voor de in die tijd populaire donkere en sombere interieurs.
Pas rond 1925 beginnen droogbloemen bekendheid te krijgen in de Nederlanden. In eerste instantie werden er in hoofdzaak biedermeierboeketten van gemaakt. Over het algemeen gebruikte men hiervoor de kleinere, speciaal gekweekte bloemvormen, die op een luchtige manier verwerkt werden tot een rond, bolvormig boeket. Deze biedermeierboeketten worden ook soms nog gemaakt, verkocht en mooi gevonden.
Rond 1970 kwamen er steeds meer andere soorten droogbloemstukjes (arrangementen). Het begon zo rond 1950 met koperen kannen en Delfts-blauwe potten, gevuld met gedroogde maïs en pluimen (Cortaderia zie foto's), die in de gang of hal kwamen te staan. Maar daar bleef het niet bij; kleine aardewerk vaasjes en potjes werden gevuld, eerst voor op het dressoir, later ook op de televisie. Iedereen kende toen het spinnewieltje en de sigarenvorm voor tegen de wand, met enkele droogbloemetjes.
Alle denkbare voorwerpen, een oud kruiwagenwiel, kunststof vaas, glazen accubak, en een in het bos gevonden stronk werden versierd of gevuld met droogbloemen.
Sommigen gaan nog verder en maken van gedroogde bloemen en andere materialen decoraties die eigenlijk nauwelijks nog iets met droogbloemen te maken hebben. Deze decoraties zijn niet te vergelijken met de ons bekende droogbloemstukjes. Ze zijn vaak totaal anders, onder andere qua vorm en materiaalverwerking. Het zijn ware kunststukken, dikwijls in opdracht gemaakt, in één adem genoemd zullen worden met schilderijen, tekeningen en etsen.
Droogbloemen worden, in welke vorm dan ook, steeds meer gewaardeerd. Dit komt ook doordat het sortiment in de loop der jaren uitgebreid is met buitenlandse materialen. De meest vreemde en exotische gedroogde bloemen, vruchten, takken en grassen enzovoor, worden geïmporteerd uit bijvoorbeeld, Italië, Australië, Indië, Filippijnen of zuid amerika. Met enkele importmaterialen en een paar gedroogde grasjes en bloemetjes is al iets erg moois te maken.